foto Joep Photo

Column Elvis de Launay

Dag Anouk van de PR,

Ik zou een column schrijven. Dat had ik voorgesteld. Misschien zou het helpen bij de kaartverkoop. Ik had er echt zin in. Een column. Leuk. Lekker tikken, lekker Carrie Bradshaw, lekker kort maar krachtig. Bovendien had ik al een idee. Ik zou schrijven over de jongen die mij gedichten stuurt. 

Ja, er is een jongen die mij af en toe gedichten stuurt. Godzijdank niet van hemzelf maar van Wislawa Szymborska. Normaal gezien zou dat voor mij reden genoeg zijn om hartstochtelijk verliefd te worden, maar ik heb de zomer lang liggen creperen van liefdesverdriet en kijk voorlopig wel uit met jongens die gedichten sturen. Bovendien staat er een uitgebreide poëziecollectie in mijn boekenkast. 

Die jongen kwam naar mijn voorstelling kijken. Hij vond het mooi. Hij had een beetje gehuild. Daar was ik echt behoorlijk mee in mijn sas. Ik ben namelijk dol op huilende jongens. Vooral als het door mijn toedoen is. Misschien omdat jongens mij zo vaak hebben laten huilen. Hij vroeg of het zwaar is om deze voorstelling te spelen. Nou ja, dat verstierde behoorlijk de pret, want als ik ergens geen zin in had dan was het wel nadenken of de dingen zwaar zijn. Dus dat heb ik ook lekker gelaten en snel iets geantwoord in de trant van ‘Nee. Niet tijdens. Na afloop. Soms.’ 

Ik wilde schrijven hoe we daarna garnalenkroketten en friet uit kleine ijzeren emmertjes hebben gegeten, in het gezelschap en onder toeziend oog van zijn vriend en mijn vriend, en hoe ik daarna wat eenzaam en droevig naar huis liep en mij ineens herinnerde dat mijn vader dood is. Dat dat me zomaar te binnen schoot, als wc-papier dat ik had moeten kopen. En ja, wat ik daarna zou schrijven, wist ik nog niet precies, maar dat zou wel komen. Iets met die ‘Na afloop. Soms’. 

Alleen dat is er niet gekomen. Want in plaats van een column schrijven over jongens en garnalenkroketten, ben ik tóch gaan nadenken over die vraag. Ik weet meteen weer waarom ik jongens die gedichten sturen moet vermijden als de pest. 

Maar! Ik heb goed nieuws: het is niet zwaar om de voorstelling te spelen.
Maar. Ik heb slecht nieuws: het is zwaar om de voorstelling niet te spelen. 

Het zit zo. Ik heb een voorstelling gemaakt over de dood van mijn vader. Als ik die voorstelling speel, kan ik spelen dat mijn dode vader een dode vader is, zoals de vader van Hamlet ofzo. Een dode vader in een toneelstuk is heel wat minder erg dan een dode vader in een leven, kan ik je vertellen. Er is alleen één probleem: de voorstelling heeft een einde. Dan gaan mensen klappen, dat is leuk, maar dan is die dode vader uit het stuk gewoon weer mijn dode vader in mijn leven. Dat is minder leuk.   

De voorstelling duurt drie kwartier en mijn speellijst is niet lang. Dus ik speel nogal veel de voorstelling niet. Dus het is nogal veel zwaar. Dat had ik eigenlijk niet door. Of ja, ik had er gewoon niet echt over nagedacht. Want als ik ergens geen zin in heb, is het wel nadenken of de dingen zwaar zijn. Gelukkig speel ik 4 en 5 oktober bij jullie. Dat is toch weer anderhalf uur niet zwaar.  

Ik hoop dat de posters goed zijn aangekomen. 

Groet!

Elvis

Cowboy och Meisje

Elvis de Launay

vr 4 okt en za 5 okt