Smoezen met Roel Pronk
Eind oktober gaat Love Song in première in het Bellevue Lunchtheater. Roel Pronk schrijft en regisseert deze voorstelling. We vroegen hem naar wat we kunnen verwachten.
Aangenaam! Wie is Roel Pronk?
Hahah! Om maar meteen met de grote existentiële, identiteitsvraag te beginnen… Roel Pronk is vooral een schrijver, denk ik. Verschrikkelijk dat ik mezelf laat definiëren door mijn beroep natuurlijk, maar goed. Verder ben ik is Roel vooral een onzeker, ongemakkelijk mannetje met een lang lijf en een ongezonde bewijsdrift.
Je werkt nu aan Love Song: een voorstelling over de liefde… Het is natuurlijk een onderwerp waar al veel theatervoorstellingen over gemaakt zijn. Waarom wil jij toch ook met dit thema aan de slag?
Ja, fuck, terechte vraag natuurlijk. We worden doodgegooid met liefdesverhalen. Ik vond het interessant om me af te vragen waarom. Waarom zijn ze zoveel overdadiger dan verhalen over vriendschap of familie of zelfliefde? Idealen waar misschien wel veel gezondere verwachtingen aan hangen dan aan de liefde. Dat was het beginpunt van mijn onderzoek.
Voor de personages in Love Song is het niet anders. Ze zijn jong en, op hun eigen manier, op zoek naar liefde of verbinding in een wereld die in de brand staat. Ze zijn zo doordrongen van die bestaande verhalen dat ze niet anders kunnen dan hun hele leven framen aan de hand van liefdesliedjes of films. Ze zijn zich enorm bewust van de clichés, waar ze naar verlangen en van walgen tegelijk. Cynisch en romantisch, wanhopig en vol verwachting.
Wat wil je met deze voorstelling toevoegen aan alle verhalen die er al zijn?
Liefde heeft natuurlijk iets tijdloos, maar ik heb nog weinig verhalen gezien die volledig eerlijk voelbaar maken wat de zoektocht naar liefde is die ik zie, om me heen en in mezelf, in deze tijd.
Het is niet makkelijk om te bestaan nu. Het voelt alsof heel veel instituten, die ooit de toekomst garandeerden, op omvallen staan. Vaak naar eigen schuld. Tegelijkertijd is het moeilijk om verzet te vinden tegen een passieve, existentiële hopeloosheid. Is de wereld aan het eindigen? Voelde het altijd al alsof alles constant slechter wordt en tegelijk zo benauwend hetzelfde blijft?
En, in het verlengde daarvan: hoe durven we onszelf nu bezig te houden met zoiets plats als de liefde?
Hoe durven we comfortabel onder een deken op de bank Notting Hill te kijken terwijl onze ooms en tantes geïndoctrineerd worden door leugens op het internet?
Hoe durven we te dagdromen over die ene jongen of dat ene meisje terwijl vluchtelingen op straat slapen?
Hoe durf ik een jaar van mijn leven te schrijven aan een leuk, romantisch toneelstuk over ‘de liefde’ terwijl de wereld eindigt en het niemand echt lijkt te boeien?
Kijk, ik geloof dat de verwachtingen rond liefde ooit helder waren.
Er waren normatieve rollen, verplichtingen en regels.
De man ging werken en de vrouw deed het huishouden.
We wisten wat we van elkaar mochten vragen en wat we geheim moesten houden.
Op zondag gingen we naar een religieus instituut en op visite bij de familie.
Dit is wat we doen en dit is wat we niet doen omdat dat is hoe het werkt.
Verschrikkelijk benauwend en ontzettend onderdrukkend maar heel duidelijk.
We wisten wiens carrière belangrijker is, wie wakker moest worden om voor de baby te zorgen, wie het recht had om seks te eisen enzovoort.
Nu zijn we met zijn allen in een tijd waar alles instabiel is en niks vanzelfsprekend.
Alles moet besproken worden. Alles is een onderhandeling.
Willen wij trouwen? Willen wij kinderen? Willen wij überhaupt daten? Willen we misschien een open relatie? En zo ja; wat mogen we wel of niet en met wie en vertellen we elkaar alles naderhand of juist niet?
Is dat wat ik wil?
Is dat wie ik ben?
Alles gaat over identiteit en de liefde gaat daarin mee.
Dus ineens moet mijn partner alles zijn: mijn beste vriend, mijn vertrouweling, mijn muze, mijn intellectuele gelijke, mijn mede-ouder, mijn reis-partner.
We moet onze hobby’s delen, dezelfde humor hebben, geïnteresseerd zijn in elkaars hele leven, de beste seks ooit hebben enzovoort.
En als we niet voldoen aan al deze eisen, als we niet dezelfde antwoorden hebben op al deze vragen, is het makkelijk om te denken dat we beter verdienen, Bumble weer te downloaden en verder te zoeken.
Een geslaagde relatie in 2022 is eindeloos veel zeldzamer dan het honderd jaar geleden was. Maar als ze slagen zijn ze volgens mij ook heel veel beter en dieper geworteld.
Je werkt met een jong team, eveneens millenials. Is dit een bewuste keuze?
Ja. Meer jonge mensen binnen het theater is altijd broodnodig. Aan alle kanten. Veel te vaak nog zit ik in de zaal en is iedereen in de buurt van mijn leeftijd een collega. Zorgwekkend lijkt me zacht uitgedrukt.
Bovendien: De voorstelling gaat over jongeren. Datingapps, drugs, donkere clubs, ongemakkelijke one-night-stands en een sluimerende angst voor ‘‘later’’. Het leek me leuker om dat uit te zoeken met mensen die er middenin staan en er nog niet met afstand naar (kunnen) kijken.
Een stuk over en door millenials, is het dan ook bedoelt vóór millenials?
Ik denk dat het breder is: iedereen is weleens jong en verliefd geweest, toch? Ik hoop dat het leuk, herkenbaar en interessant is voor iedereen: Voor mensen die hun eigen belevingswereld herkennen maar ook voor mensen die de jonge kalverliefde zien zoals hij (n)ooit was.
Zitten er ook elementen in deze voorstelling die door jouw persoonlijke leven zijn geïnspireerd?
Ik heb honderden tientallen mensen gesproken over hun liefdesverhalen tijdens het schrijven. Het stuk zit vol kleine anekdotes over seks en liefde en ja, bijna alles is gebaseerd op waargebeurde verhalen van jonge mensen in Amsterdam.
En kunst gaat natuurlijk altijd over de maker, dus Love Song gaat onvermijdelijk ook over mij... Ik word me ineens heel bewust van mijn moeder die dit gaat lezen dus… Volgende vraag?
In Love Song zien we drie individuen en hun verhalen simultaan. Waarom heb je voor deze vorm gekozen?
Door een tekst te schrijven in de vorm van ritmisch versneden monologen hoop ik die drie eenzame zoektochten te spiegelen en verbinden om juist die eenzaamheid universeel te maken.
Dit is de meest verbonden generatie ooit, maar ook de meest massaal eenzame.
We hebben allemaal wel gezien en gevoeld dat echt verbinden niet bepaald makkelijker wordt van datingapps en sociale media. Tegelijkertijd is echt alleen zijn voor veel jongeren ondenkbaar. Je gaat van huisgenoten naar klasgenoten naar collega’s naar een propvolle tram naar een café naar een club naar een partner en hun huisgenoten en weer door.
Iets ontroert me aan het idee van al deze mensen die dwars door elkaar, helemaal alleen worstelen.
Al deze eindeloze, ontelbare verhalen die samen in de file staan op de snelweg of zwijgend wachten op een trein. Al deze falende goede bedoelingen. Al deze unieke, dramatische, grootse liefdesverhalen. Alle toevallige overlap tussen deze verhalen. Allemaal langs elkaar. En allemaal eenzaam.
Je schrijft de voorstelling zelf én regisseert hem ook. Hoe is dit voor jou om te doen? Wat zijn de voordelen en wat de uitdagingen van deze manier van werken?
Ik ga niet liegen: Het is doodeng. Absoluut.
Als het verschrikkelijk wordt, als niemand het wil zien of als het allemaal slechte reacties krijgt wordt het moeilijk om dat niet persoonlijk te nemen. En als het een groot succes wordt ga ik ineens van heel dichtbij meemaken waarom er zoveel enorme ego’s werkzaam zijn in dit werkveld.
Gelukkig ben ik, net als de personages, eigenlijk helemaal nooit alleen. Er werkt een ontzettend getalenteerd team achter de schermen en er staat een grote groep liefdevolle, betrouwbare vrienden en collega’s om me heen als adviseurs en klankbord… (Die ongetwijfeld ook niet kunnen wachten om me, na afloop, stevig met twee voeten op de grond te zetten.)
Hoe zou je jouw schrijfstijl omschrijven?
Het voelt een beetje naïef om te doen alsof ik weet wat mijn stijl is op mijn 26e maar ik zal het proberen: ik vind het fascinerend om te proberen gelaagde, filosofische en intellectuele thema's menselijk te maken. Theater is daar, wat mij betreft, de ultieme vorm voor.
Verder ben ik opgeleid als acteur dus mijn teksten zijn extreem speelbaar en ritmisch.
Ik hou van het duister.
Ik hou van humor, hoop en herkenbaarheid.
En alliteraties.
En opsommingen.
De titel zegt het al een beetje, muziek speelt een belangrijke rol in dit stuk. Wat trok jou hierin aan?
Leven is vaak best kut. Ik denk dat de magie van verhalen, en specifiek liefdesverhalen, is dat ze bewijzen dat we niet alleen zijn in onze beleving.
We kunnen naar muziek luisteren of een boek lezen en ons plotseling volledig gezien voelen omdat onze pijn, onze angst, onze zorgen en onze eenzaamheid door iemand anders zo vormgegeven worden dat ze spontaan dragelijker lijken.
Liefdesliedjes zijn dat in de meest gedestilleerde vorm. Daarom belten we zo graag mee met het liefdesverdriet van Adele: het maakt onze eigen pijn, van nu of vroeger, minder eenzaam en dus overzichtelijk.
Welke plek dit gevoel en deze muziek precies krijgt in de voorstelling kan ik nog niet zeggen maar het is natuurlijk geen toeval dat mijn cast vet muzikaal getalenteerd is…
Wat hoop je dat het publiek meeneemt na het zien van Love Song?
Het is natuurlijk aan het publiek zelf om te bepalen wat het voelt en vindt, ik heb geen controle over hun reactie.
Maar ik hoop dat Love Song eerlijk is.
Ik hoop dat Love Song verleidelijk is.
Ik hoop dat het muzikaal is.
Ik hoop dat het jong is.
Op een vanzelfsprekende manier.
Ik hoop dat het feministisch is op een vanzelfsprekende manier.
Ik hoop dat het queer is op een vanzelfsprekende manier.
Ik hoop dat het online is op een vanzelfsprekende manier.
Ik hoop dat het romantisch is.
Ik hoop dat het komisch is.
Ik hoop dat het een romantische komedie is met een radicale twist.
Ik hoop dat het misschien stiekem doet denken aan klassieke, Britse romcoms maar ik hoop ook dat, omdat de enge, falende, hopeloze buitenwereld steeds binnenvalt, het in eerste instantie meer voelt als een realisme-paniekaanval dan een escapisme-droom.
Ik hoop dat je erin kan verdwalen, dat je drie keer zou kunnen komen kijken en steeds nieuwe dingen kan horenontdekken.
Ik hoop dat het ritmisch en poëtisch is.
Ik hoop dat het ‘‘plat’’ en alledaags is.
Ik hoop dat deze twee werelden een beetje samen kunnen komen.
Ik hoop dat de personages een beetje samen kunnen komen.
Ik hoop dat het publiek een beetje samen kan komen.
Zoiets.
Misschien.