Smoezen met... Jan Hulst en Daan Heerma van Voss
Tijdens een lange avond in de kroeg vertelde Jan Hulst (regisseur en schrijver) Daan Heerma van Voss (schrijver) over “de kutste nacht van zijn leven”: de nacht voor de uitvaart van zijn moeder, waarin hij worstelde met het vinden van de goede woorden voor de grafrede. Die nacht veranderde uiteindelijk in een dierbare herinnering, omdat een vriend de hele nacht bij hem bleef om te helpen. Een dag later belde Daan en zei: “Dat verhaal van jou blijft in mijn hoofd zitten, je moet het opschrijven.” Jan zei: “Doe jij dat maar”. En zo geschiedde. In september gaat het toneelstuk Lieve Vrienden, Familie, Genodigden in première. Geschreven door Daan, geregisseerd door Jan.
“Echte vriendschap betekent je ego opzij zetten” Jan Hulst
“Het verhaal gaat natuurlijk over verdriet, maar voor mij gaat het vooral over vriendschap. Het grootste cadeau dat ik ooit heb gekregen is hoe die vriend mij toen heeft geholpen. Door het geduld dat hij voor mij opbracht om drie uur ’s nachts en zijn goede vragen kwam ik erachter wat ik echt wilde zeggen op mijn moeders uitvaart, hoe ik haar recht kon doen. In die nacht heb ik gezien wat echte vriendschap betekent: jezelf helemaal secundair kunnen maken, jezelf opofferen, je ego opzij zetten. Ik vind het mooi dat die nacht nu een dierbare herinnering is geworden. Dat contrast, tussen het verschrikkelijke en het tedere, is een goed uitgangspunt voor een verhaal. Maar voor mij was het - als regisseur en als mens - een voorwaarde dat het toneelstuk fictie werd. Het gaat niet om mij. Er moet een vorm aan ervaringen of de realiteit gegeven worden, anders betekent het niets. En Daan had de juiste afstand om dat te doen.”
Beter dan Pinter
“Voor hij begon met schrijven van de tekst, kwam Daan naar me toe. Hij zei: “Ik ken niet zoveel toneel, wie vind jij goed?” Een week later had hij alles van Tsjechov, alles van Ibsen en alles van Pinter gelezen. Hun complete oeuvres. “Ik denk dat het een Pinter wordt”, zei hij. En het is hem nog gelukt ook. Beter zelfs, dan Pinter. De schrijfstijl is zo vanzelfsprekend dat die niet opvalt. Het lijkt alsof er geen barrière zit tussen hoe Daan denkt en hoe hij schrijft. Ik wil het net zo vanzelfsprekend regisseren en gespeeld krijgen. Dat je kan kijken en luisteren naar ‘echte’ mensen, zonder dat je ergens denkt: wat heeft die regisseur er nou voor ingewikkeld concept overheen geplakt.”
Tussen de regels door
“Wat ik zo knap vind aan het stuk, is dat de personages niet zeggen wat ze echt vinden, er zit veel tussen de regels in. Het is mooi dat de personages om de zoon heen, zijn moeder (red. in het toneelstuk is het de vader die zelfmoord pleegt), vriendin en vriend, duidelijk een heleboel vinden en ook geraakt zijn, maar ervoor kiezen om dat niet op de voorgrond te zetten. Terloops wordt duidelijk dat die personages anders in elkaar zitten dan je in eerste instantie denkt. En dat zij ook enorme binnenwerelden en een eigen achtergrondverhaal hebben, maar dat ze dat opzij schuiven omdat het vannacht over de zoon mag gaan.”
Een gevaarlijk mooi onderwerp
“Mensen praten liever niet over zelfmoord. Ik merk dat ook als het over mijn moeder gaat. We zijn bang om het verdriet en de woede op te rakelen. Dat is zonde. Alsof er geen fantastisch mens en een heel leven vol liefde voor die verschrikkelijke daad zat. Wat ik niet had verwacht is dat er zoveel anderen zijn die de stilte rondom zelfmoord moeilijk vinden en er daarom graag een voorstelling over willen zien. Ik heb nog nooit meegemaakt dat mensen maanden van tevoren al hebben besloten dat ze mijn voorstelling willen zien. De voorstelling is belangrijk voor mensen, nu al. Het voelt goed om met een gevaarlijk mooi onderwerp bezig te zijn. Maar ik vind het ook spannend. Ik wil de complexiteit van het verdriet eer aandoen. Ik hoop dat de menselijkheid van de voorstelling ontroert en troost biedt, ook al is het onderwerp verdrietig.”
“Rouw biedt een kans om je geliefden beter te leren kennen.” Daan Heerma van Voss
“Het verhaal van Jan greep me natuurlijk op persoonlijke titel aan. Daarnaast zag ik onmiddellijk het dramatisch potentieel. Zo denk ik nu eenmaal. Een achtergelaten zoon, die niet weet wat hij met zijn liefde voor zijn ouders moet aanvangen. Het is de nacht voor de begrafenis van zijn ouder, die zelfmoord heeft gepleegd. Hij moet – tussen al die geruchten en verhalen over wat er is gebeurd – zijn versie van de waarheid opdiepen, om die de dag erna ten overstaan van een volle rouwzaal voor te dragen. Mijn manier om om te gaan met pijn is schrijven. Ik sublimeer. Het leek me een goed idee als Jan dit ook zou doen. Pijn voelt doods, als as. Maar als je met die as iets nieuws maakt, dan zien anderen die oorsprong niet meer.”
Over leven, niet over dood
“Waar het stuk voor mij uiteindelijk vooral over gaat, is dat rouw een kans biedt om je geliefden beter te leren kennen. Elk van ons leeft tientallen levens, de meeste blijven voor altijd verborgen voor anderen, zelfs voor intimi. Pas als er een dood in het spel is, komen die levens bij elkaar. Voor mij gaat het stuk over leven, niet over dood. Over liefde, niet over wrok. Ja, over liefde.”
Een nieuwe vorm
“Ik vond het heerlijk om voor het eerst een toneelstuk te schrijven. Een nieuwe vorm, met nieuwe obstakels. De grootste uitdaging was roman-dialoog afleren. In een roman praten mensen op een manier die alleen tussen twee kaften werkt: in volzinnen, nadenkend, invoelend. Binnen de context van de roman valt het je niet op hoe gekunsteld dat is. Sterker nog: vaak doet spreektaal in romans nog veel gekunstelder aan. Die taal is simpelweg de conventie van het genre. In een toneelstuk benader je de werkelijkheid van het gesproken woord veel meer. Ik kwam tot de conclusie dat mensen heel weinig woorden gebruiken. Wat ze echt zeggen, zeggen ze niet.”
Een erezaak
“Jan liet mij volledig vrij. Ik mocht alles uit zijn verhaal plukken wat ik wilde, en was hem niks verplicht. Dat is groots, en dapper. Het voelde als een erezaak om iets moois voor hem te schrijven. Ik heb Jan mijn verhaal gegeven, het is nu aan hem. Daar schuilt iets heel schoons in: het verhaal is, nadat ik er allerlei fictionaliseringen en veranderingen en verzinsels aan heb toegevoegd, weer bij hem teruggekeerd.”