foto Lisa van Rhee

Interview met Elfie Tromp

door Matthijs van Rumpt

Er zijn als vrouw in deze wereld heel veel redenen om boos te zijn. Die woede moeten we niet wegademen op onze yogamatjes, maar inzetten voor wereldverandering, vindt Elfie Tromp. 

Daarom viert ze de woede in haar voorstelling Op de barricade van het hart, een feministisch punkcabaret. Tijdens het maken van de voorstelling in 2023 werd Tromp zwanger, en nu na een pauze van anderhalf jaar, spreek ik haar op een vrijdagavond als de baby slaapt.

Sinds je laatste optreden zijn er weer een hoop redenen om woest te zijn bijgekomen. Is deze voorstelling voor jou een fijne manier om die woede toe te laten?
Ja, ik zie het eigenlijk vooral als het vieren en het oefenen van woede. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de mensen die de voorstelling zien. Met alle problematiek in de wereld denken we al gauw, onterecht: ik kan er zelf niets aan doen. Die machteloosheid maakt ons ontzettend eenzaam en slaat ons lam. Maar als je je woede deelt, werkt dat heel erg verbindend en kom je een stuk verder.  

Wat was voor jou de aanleiding om deze voorstelling te maken?
Ik ben jarenlang columnist geweest en daar maakte ik mensen vooral boos met mijn opiniestukken. Maar ik wilde mensen laten nadenken, niet alleen maar boos maken. En toen dacht ik: muziektheater is daar eigenlijk een veel betere plek voor. Toen ben ik geëngageerde liedjesschrijvers gaan interviewen, zoals Abel van Hang Youth, feministisch singersongwriter Eva van Manen, en Annie M. G. Schmidt-prijswinnaar Flip Noorman. Eigenlijk ging ik een beetje bij hen in de leer, omdat ik geloof dat muziek, net als poëzie, de ratio omzeilt. 

Wat leerde je uit die gesprekken?
Dat iedereen op z’n eigen manier denkt, en hoe leuk het is om je woede om te vormen tot een krachtige boodschap. Voor mijn voorstelling heb ik eigenlijk in hun verschillende stijlen en vormen geprobeerd te schrijven. Er is een ingetogen ballade over seksueel misbruik, maar ook twee snoeiharde punk songs, met De gezondheidszorg is ziek, en zonder pedofielen geen popmuziek. En Nederland Vleesland bijvoorbeeld, een verhalend lied tegen vlees eten met als conclusie: het beste wat we voor de wereld kunnen doen is kannibaal worden. In die woede kan dus ook heel veel humor zitten. Je kan het menen, maar ook werken met absurdisme en speelsheid. Heel veel vrouwen zijn bang om boos gevonden te worden, omdat je daar extra hard op wordt afgerekend als vrouw. Dat is ook mijn ervaring. Maar door die woede in die liedjes te gieten, is het echt mijn vriend geworden. 

Opvallend is dat je voorstelling soms ook liefdevol voelt, zoals in het nummer Vonk het Leven. Hoe zie jij die soms onderbelichte kant van woede?
Woede is ook heel vaak liefde, want het is een signaal-emotie die je grenzen aangeeft, die laat weten: tot hier en niet verder. Het laat zien dat je ergens om geeft en daar zit een enorme schoonheid in. Vonk het Leven is een wiegeliedje dat ik voor mijn dochter heb geschreven. Toen ik twintig weken was, kreeg ik zo'n geslachtsecho. Toen ik hoorde dat het een meisje was, moest ik heel hard huilen. Ik dacht: jezus, een meisje in deze wereld, met al die shit die je als vrouw moet doorstaan. Ik vond dat eigenlijk een heel teleurstellende gedachte van mezelf, dus ik wist: oké, ik heb werk aan de winkel, ik moet nog het een en ander bij mezelf helen. Dat liedje is een poging daartoe. En dat ze een strijdlied heeft, wat haar ook overkomt.

Hoe zie je de rol van het publiek in jouw voorstelling?
In mijn voorstelling stel ik op een gegeven moment het podium vijf minuten lang open en dan mag iedereen delen waar zij dan boos over zijn. Soms ontstaat er echt een rij als een polonaise, soms komt er maar een enkeling, en soms zelfs helemaal niemand. In dat geval kijken we elkaar gewoon vijf minuten lang aan en zeg ik: nee? Zijn jullie echt allemaal gelukkig? In die stilte gebeurt het echte groeien. Maar wat erg fijn is, is dat mensen achteraf zeggen zich bevrijd te voelen en vaak ook terugkomen met hun kinderen. En ook mannen vinden het vaak een hele toffe show, zij zitten natuurlijk ook vaak opgesloten in een verwachtingspatroon. Is het toch nog ergens goed voor geweest dat ik zo woedend ben geweest in m’n leven. 

Als laatste: de maand maart staat bij Bellevue extra in het teken van de vrouw. Daarbij stellen we de vraag: welke vrouw inspireert jou?
Cobi Schreijer! Een zeer onterecht vergeten feministisch icoon. In mijn voorstelling speel ik een liedje van haar, Spijkerschrift (Talking Blues). Dat is gewoon nog steeds een tijdloze klassieker. Maar dat niet alleen: ze stond met haar gitaar op alle protesten vanaf de jaren ‘60 tot en met de jaren ‘90 en heeft zulke grappige, humoristische liedjes geschreven over gelijke lonen, over menopauze. Ze heeft de folkmuziek naar Nederland gehaald met een radioprogramma op Radio 2 en een eigen podium in Haarlem. Ze was de eerste die Simon & Garfunkel hier boekte. Ik weet gewoon zeker dat als zij een man was geweest, we haar allemaal hadden gekend. Maar ze zag eruit als een soort moeke met een praktisch kapsel en dus was ze gewoon niet sexy voor Nederland. Dat vind ik zeer onterecht. Cobi Schreijer dus!

Elfie Tromp speelt 8 en 9 maart haar voorstelling Op de barricade van het hart in Theater Bellevue. Op 8 maart verschijnt ook haar eerste album: Vonk het Leven.

Op de barricade van het hart

Elfie Tromp

za 8 mrt en zo 9 mrt