Brief Lisa Weeda | Theater na de Dam
4 mei. Op deze dag van de Nationale Dodenherdenking zetten theatermakers in heel Nederland zich in om deze dag van extra betekenis te voorzien. In Amsterdam zijn er dit jaar 33 voorstellingen te zien in het kader van Theater na de Dam. Deze herdenking van en reflectie op de Tweede Wereldoorlog en overige conflicten waarbij Nederland betrokken was, is belangrijk. Zeker ook in relatie tot het hier en nu.
Op 4 mei zie je in Theater Bellevue geen voorstelling over de oorlog, de Tweede Wereldoorlog, maar over oorlog. En over hoe wij als samenleving ‘in vrijheid’ naar oorlog kijken en ervan wegkijken. De theatrale installatie Dans Dans Revolutie onderzoekt wat fysieke afstand tot oorlog doet en hoe je aandacht kan blijven vestigen op oorlogs- en conflictgebieden overal ter wereld.
In deze brief schrijft de Nederlands-Oekraïense Lisa Weeda, schrijver en maker van Dans Dans Revolutie, aan alle bezoekers van Theater na de Dam - maar eigenlijk aan iedereen - over het belang van herdenken én bewegen.
Lieve lezer,
Ik weet dat het vandaag 4 mei is; de dag van herdenken. Maar, op deze dag van herdenken, op deze dag van Theater na de Dam, val ik toch even met de botte deur in huis, want vandaag herdenken we ‘de oorlog’. Maar, dit is niet ‘de oorlog’.
Ik zit u niet te sarren, lieve lezer, ik zit hier niet een domme polariserende tekst te schrijven, ik probeer u niet met deze woorden op te hitsen (zouden we maar wat minder ophitsen, of wat minder verliefd zijn op de kick van het ophitsen waar we inmiddels elke dag naar kijken en mee omringd zijn, zouden we het ophitsen maar willen tegenhouden, een halt toe roepen), nee. Ik bedoel het volgende: praten over de oorlog is goed en belangrijk. Maar de oorlog, die van tachtig jaar geleden, mag niet een ijkpunt worden. IJkpunten vriezen vast.
Lieve lezer, laat ik het zo zeggen: momenteel gebruiken minimaal twee mannen met veel macht op deze wereld de oorlog (het narratief dat zij daaromheen gesmeed hebben) om een andere oorlog mee te vergoelijken, om hun daden meer recht te praten. Om doden mee te maken, met honderden, soms duizenden tegelijk. Terwijl zij dit doen, houden mensen en de media zich bezig met het vergelijken van dodentallen van de oorlog met die ene oorlog en die andere oorlog: ‘Die oorlog is ‘erger’ dan de een en ‘nog niet zo gruwelijk’ als de ander.’ Oorlogen zijn meetsystemen geworden, datasets, cijfers. Gruwel verandert steeds meer in data, in aantallen die niet meer raken, die zo ontastbaar worden, dat het geen pijn meer doet.
Lieve lezer, herdenken is goed, herinneren is goed, nodig, urgenter dan ooit. Zolang we heel duidelijk herinneren, en weten waarom we herinneren, gaat de les (wat een rotwoord, les) van de geschiedenis niet verloren. Maar let wel: oorlogen zijn er nog steeds. Alleen, niet hier. Hier was de laatste oorlog inderdaad de oorlog. En dat is een enorm bijzonder Godsmirakel, als ik het zo op mag schrijven.
De afgelopen tachtig jaar hebben vele oorlogen plaatsgevonden. Soms vergeten we dat de mensen die in de oorlog waren, die moesten vluchten, verplaatst raakten, opgeslokt en weer uitgespuugd werden, gedeporteerd werden – geregeld mensen zijn die momenteel vrienden of familie hebben die weer in een oorlog zitten, al is dat dan ‘ver weg’. En deze mensen zijn sinds (ik noem maar wat) Srebrenica, de oorlog in voormalig Joegoslavië, de Russo-Georgische Oorlog, Tsjetsjenië, Abchazië, de oorlog in Oekraïne en ga zo maar door, steeds weer in oorlog. In 2022 was dat bijvoorbeeld mijn Oekraïense oma. Ze was bang het nieuws te kijken, uit angst voor de aankondiging dat er een derde wereldoorlog zou komen. En, ja, daar lacht u misschien een beetje om, misschien denkt u: ‘haha oude seniele vrouw’. Maar het is niet zo’n gekke realiteit. Het is altijd haar realiteit geweest: weggevoerd worden als jong meisje, om als dwangarbeidster te werken in Duitsland en nooit meer naar huis te kunnen. Die realiteit verdubbelde toen in 2014 opnieuw oorlog uitbrak in de Donbas en wij familieleden begonnen te verliezen. Oorlog is oorlog. Het is een realiteit die als volgt gaat: de ene dag is het nog niet zo, de volgende wel.
Lieve lezer, herdenken gaat om niet vergeten, herdenken gaat om nooit weer. In een tijd waar de nationaal-socialistische jaren ’30 retoriek steeds meer de kop opsteekt, en mensen steeds strakker tegenover elkaar komen te staan, is het, denk ik, niet alleen tijd voor herdenken, maar ook voor bewegen. Vrijheid is niet gebaat bij enkel herdenken. Vrijheid is gebaat bij bewegen, iets doen. Dit klinkt vast niet gezellig, maar ik schrijf het toch op: we bevinden ons op een geleidende schaal. Wie nu niet over de landsgrenzen naar oorlogen ‘om de hoek’ wil kijken, of de binnenlandse, maar al te goed te herkennen ons-land-retoriek weglacht, doet alsof die niet weet waar dat toe kan leiden – waar geschiedenis ook voor gebruikt kan worden: oorlogsvoering.
Laat die twee minuten stilte niet voor niets zijn, daar zijn we te vrij voor.
Lisa Weeda